(inleiding
door Erick Kila)
De
wereld van Ron Scherpenisse kent een lichte en een donkere kant. In het lichte
deel vinden we vooral de ironie en het speelse. In het donkere gaat het om het
opzoeken van de grens met wat dicht en duister is.
Vreemd
genoeg is er bij het speelse vooral van objecten sprake, het drie dimensionale,
terwijl het donkere geprojecteerd wordt op een plat vlak.
Zo
vinden we dus in Scherpenissia een hogere vorm van speelgoed (kijk om u heen
naar bijvoorbeeld de kronen) naast schilderijen in gedempte kleuren die
samengebalde ‘zwaarheden’ laten zien. Het zijn abstracte composities met een
doorwerkte verfhuid. Ze tonen vaak het middelpunt van een onwerelds
krachtenveld. Donkere onderverfhuidse
krachten die welbeschouwd achter en onder het lichte en ironische moeten leven,
omdat anders de luchtigheid geen anker heeft.
Luchtigheid
zonder anker. U ziet en hoort het ongetwijfeld vaak in beeldende kunst, in
muziek en in het gewone leven. Een mooi voorbeeld is de irritante lichtheid van
het bestaan die bijvoorbeeld door Marc Rutte wordt uitgewasemd.
Zonder
de schoolmeester uit te hangen legt Ron Scherpenisse zijn artistieke vinger op
zaken die de menselijke ijdelheid en de menselijke lulligheid betreffen. Neem
de kroon, hét symbool van deftige krankjorumheid bij uitstek. Als Scherpenisse
deze toch merkwaardige hoofdbedekking artistiek onderzoekt - puur door met
formaat, materiaal en vorm te experimenteren – legt hij en passant het vrolijk
infantiele bloot dat de mens, ook de moderne mens, zo aankleeft.
Ja,
het infantiele van Nederland, je raakt er maar niet over uitgedacht. Veel
belangrijke en saillante zaken worden in clichés en formats gevangen en
hapklaar aan het kleine brein gevoerd. Ron Scherpenisse kan er iets mee. Zo was
er een tijdje geleden een schilderij van Hendrik Boot gestolen, een schilder
uit Bergen op Zoom (Rons woonplaats). De lokale krant meldde dat het om een Van Gogh-achtig schilderij ging.
Het
stond er echt: Van Gogh-achtig. En dan bleek volgens de maker het Van Gogh-achtige werk ook nog eens 1200
Eurie waard te zijn. Heerlijk toch als je je onbevangen en in diepe ernst zo ’n
etiket laat opplakken. Het werk van een schilder of klodderaar wordt nog beter
dan prachtig, het wordt –achtig! Het zijn dit soort werkelijkheden in zijn
directe omgeving die Scherpenisses ironie voeden. Veel omvattend is Zum König krönen… , een project dat bestaat
bij de gratie van een zonnige, zelf bevlekkende, ongelijkheid. Iedereen is een
koning bij Scherpenisse, iedereen een kroon, wel ja.
Vanuit
de ironie van deze kunstenaar zal je op een gegeven moment zinken naar een
diepere werkelijkheid. Het terrein waar de lichtheid van dingen geen vat op
heeft. Het terrein van de twijfel en misschien wel van de onontgonnen angst. In
zijn overwegend somber getinte schilderijen tast en zoekt Scherpenisse naar een
vorm voor het onbestemde. Het is het gevoel dat voor een kunstenaar de grootste
uitdaging vormt. Het is het gevoel dat onrust teweeg brengt en dat de motor is
om verder te zwoegen met vorm en verf.
Voorlopig
zien wij hier vanavond de twee pijlers waarop Scherpenisses beeldend vermogen
rust. Gehuld in het licht en in het donker.
Als
iemand vanavond een werkje steelt, dan hoor ik het graag.
Ik
zal dan onverwijld een nieuwsbericht plaatsen op Mededelingen
van het Centrum voor Documentatie & Reëvaluatie : «Scherpenisse-achtig
kunstwerk gestolen in Antwerpen. De politie is op zoek naar een man met één oor».